Rembrandt Apotheek

Rubensplein 2 3117 BK Schiedam Tel:010-4268855

Medische Encyclopedie

Inhoud

tranylcypromine

Tranylcypromine beïnvloedt in de hersenen de hoeveelheid van sommige lichaamseigen stoffen, zoals serotonine en noradrenaline. Deze natuurlijk voorkomende stoffen spelen een rol bij stemmingen en emoties.

Artsen schrijven het voor bij sommige vormen van depressie.

Wat doet tranylcypromine en waarbij gebruik ik het?

Depressie

Verschijnselen
Bij depressie is er sprake van een sombere stemming, geen interesse en plezier meer in de dingen van het leven. Iemand die depressief is, voelt zich vaak waardeloos en heeft schuldgevoelens. Ook kunnen depressieve mensen snel geïrriteerd zijn en moeite hebben met inslapen of doorslapen.

Behandeling
Depressieve klachten kunnen worden behandeld met psychotherapie (gesprekstherapie), met medicijnen, of een combinatie van beide. Uw arts zal met u bepalen welke behandeling voor u het beste is. Het hangt van uw persoonlijke situatie af en van het soort depressie, met welk medicijn uw arts zal starten.
Uw arts zal tranylcypromine alleen voorschrijven als andere medicijnen tegen depressie onvoldoende werken. Het heeft namelijk meer bijwerkingen dan andere middelen tegen depressie.

Werking
Het kan 3 tot 4 weken duren voordat u het effect van tranylcypromine merkt. De eerste weken kunt u wel al last van de bijwerkingen hebben. Stop dan niet met dit medicijn. Meestal verminderen de bijwerkingen als u er gewend aan bent geraakt.

Nadat uw klachten zijn verbeterd, moet u tranylcypromine nog minstens een half jaar doorgebruiken. U voorkomt hiermee dat de depressie terugkomt.

Lees meer over depressie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, vooral als u opstaat uit bed of uit een stoel.

    Dit kan het gevolg zijn van een lagere bloeddruk. Meestal gaat de duizeligheid in enkele dagen tot weken over, als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk.
    Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het beste even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Ook kunt u tijdelijk iets meer zout gebruiken, bijvoorbeeld door wat vaker bouillon te drinken. Overleg hierover met uw arts. Als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid, moet u ook uw arts raadplegen.

  • Moeite om in te slapen of door te slapen.

    Soms helpt het om de laatste dosis van de dag voor 3 uur 's middags in te nemen. Overleg hierover met uw arts.

  • Seksuele stoornissen, zoals minder zin in vrijen, moeilijke erectie en te late zaadlozing.

    Deze bijwerkingen gaan over als u met het middel stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Hoge bloeddruk.

    Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren. Zeer zelden een plotselinge ernstige bloeddrukverhoging. Dit merkt u aan bonzende hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, wazig zien, pijn op de borst en hartkloppingen. Als u dit merkt moet u direct contact opnemen met uw arts. Deze bijwerking komt vooral voor als u voedsel of drank met het aminozuur tyramine gebruikt. U mag daarom GEEN voedsel of drank met tyramine gebruiken.
    Tyramine zit in oude gerijpte kaas, camembert, brie, biergist en marmite. Ook dranken kunnen tyramine bevatten, namelijk witbier, zware bieren zoals Belgisch bier en tapbier, champagne en chiantiwijn.
    Het is ook belangrijk dat u alleen vers vlees en vis eet. Als u vlees of vis lang bewaart komen er meer bacteriën in. Deze bacteriën zetten de eiwitten in het vlees en vis om in tyramine. Hoe langer u het bewaart, hoe meer tyramine erin zit.
    Van voeding met weinig tyramine mag u wel kleine hoeveelheden eten. Overleg hierover met uw diëtist. Uw diëtist kan u een uitgebreid voedingsadvies geven.

  • Spierpijn, spierschokken, stijve spieren, pijnlijke gewrichten in de handen. Heeft u behalve, spierpijn of stijve spieren, ook koorts, hartkloppingen of een verminderd bewustzijn? Waarschuw dan direct een arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Droge mond.

    Hierdoor kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker controleren.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid en diarree.

    Dit gaat meestal binnen enkele dagen over als u gewend bent geraakt aan het medicijn. U heeft minder last van misselijkheid als u het met wat voedsel inneemt.

  • Sufheid, slaperigheid, vermoeidheid en een verminderd reactievermogen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij uw oplettendheid erg nodig is, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of het bewaken van processen op het werk. Onderneem geen risicovolle activiteiten de eerste week van de behandeling. U moet dan nog aan het middel wennen. Kijk daarna hoe u op dit middel reageert.

  • Trillen, beven, zwak gevoel.

  • Na enkele maanden: gewichtstoename.

    Let daarom goed op wat en hoeveel u eet. Vraag uw huisarts om een verwijzing naar een diëtist als u te veel aankomt.

  • Verwardheid, nervositeit, onrust en angst. Vooral mensen die zelf al verward zijn of die lijden aan manische depressie zijn hier gevoelig voor. Verder kunnen agressieve gevoelens en zelfmoordgedachten verergeren, vooral in het begin van het gebruik en bij mensen jonger dan 25 jaar.

    Waarschuw uw arts als u deze bijwerkingen merkt.

  • Verminderde leverwerking, leverontsteking. Waarschuw uw arts, als u een van de volgende verschijnselen merkt: buikpijn, misselijkheid, donkere verkleuring van de urine, gele kleur van huid, slijmvliezen of oogwit.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Moeilijk kunnen plassen. Dit is vooral van belang als u al moeite met plassen heeft door een vergrote prostaat.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Wazig zien.

  • Huiduitslag en jeuk.

  • Zweten

  • Stuipen. Bij mensen met epilepsie kan een aanval worden uitgelokt.

    Overleg over dit risico met uw arts.

  • Minder aanmaak van witte bloedcellen. Hierdoor heeft u meer kans op infecties.

    Overleg met uw arts, als u merkt dat u vaker infecties heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik tranylcypromine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze middelen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u naast tranylcypromine een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.
  • Methylfenidaat, amfetamine en dexamfetamine (gebruikt bij ADHD en de slaapziekte narcolepsie). Samen met tranylcypromine kan een gevaarlijk hoge bloeddruk ontstaan Gebruik deze medicijnen daarom NIET.
  • Medicijnen tegen te lage bloeddruk, zoals injecties met dopamine, efedrine of fenylefrine. Samen met tranylcypromine kan een gevaarlijk hoge bloeddruk ontstaan. U mag deze medicijnen daarom NIET toegediend krijgen als u ook tranylcypromine gebruikt.

Bij combinatie van tranylcypromine met een van onderstaande medicijnen met heeft u kans op de ernstige bijwerking ‘serotonine-syndroom’. U krijgt dan spiertrekkingen, trillen, koorts, zweten, hartkloppingen, opgewondenheid, angst, verwardheid en bewustzijnsverlies (coma). De kans op deze bijwerking duurt nog 2 weken voort nadat u bent gestopt met tranylcypromine.

  • Andere medicijnen tegen depressie, namelijk citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline, clomipramine, imipramine, duloxetine, trazodon, venlafaxine en vortioxetine. Gebruik deze medicijnen NIET samen met tranylcypromine. Als u met een van deze medicijnen bent gestopt, moet u nog enige tijd wachten voordat u met tranylcypromine begint. Deze periode duurt, afhankelijk van het middel, 1 tot 5 weken. Raadpleeg hierover uw arts of apotheker.
  • De pijnstillers fentanyl en pethidine. Gebruik deze NIET als u ook tranylcypromine gebruikt. Ook na stoppen met tranylcypromine duurt het twee weken voordat u deze medicijnen mag gebruiken. Overleg met uw arts of apotheker wanneer u mag starten met tranylcypromine als u stopt met fentanyl. Na stoppen met pethidine duurt het vier dagen voordat u tranylcypromine kunt gebruiken.
  • De pijnstillers oxycodon en tramadol. Als u deze toch moet gebruiken, moet u letten op de verschijnselen van het serotonine-syndroom. Vertel dit ook aan mensen in uw omgeving. Het is voor uzelf namelijk lastig tijdig te herkennen, bijvoorbeeld door verwardheid of een verminderd bewustzijn.
  • Het hoestmiddel dextromethorfan. Gebruik dit hoestmiddel NIET. Ook na stoppen met dextromethorfan duurt het één dag voordat u tranylcypromine kunt gebruiken.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts. Vertel uw arts altijd dat u tranylcypromine gebruikt.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals sufheid, slaperigheid, vermoeidheid, duizeligheid en wazig zien. U mag de eerste week dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto zolang de dosering nog omhoog gaat. Pas nadat u gedurende 1 week dezelfde dosering gebruikt, mag u weer autorijden.
Na een week zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook depressiviteit kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt de duizeligheid en het versuffende effect van dit middel. Ook als u hier niets meer van merkt, omdat u gewend bent geraakt aan dit medicijn, kunt u door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.

alles eten?
U mag geen voedsel en drank met veel van het aminozuur tyramine gebruiken. Uw bloeddruk kan hierdoor veel te hoog worden. Dit merkt u aan hevige bonzende hoofdpijn, misselijkheid, overgeven, wazig zien, pijn op de borst en hartkloppingen. Als u dit merkt moet u direct contact opnemen met uw arts.

Voedsel waar veel tyramine in zit is bijvoorbeeld oude gerijpte kaas, camembert, brie, biergist en marmite. Dranken met veel ryramine zijn bijvoorbeeld witbier, zware bieren zoals Belgisch bier, en tapbier, champagne en chiantiwijn.

Ook vlees en vis kunnen tyramine bevatten, vooral als u deze langer bewaart. De bacteriën in het vlees en vis zetten de eiwitten namelijk om in tyramine. Hoe langer u het bewaart, hoe meer tyramine erin zit. Eet dus alleen vers vlees of verse vis.

Van voedsel dat tyramine bevat, maar niet zoveel, mag u kleine hoeveelheden eten. Overleg dit met uw diëtist. Uw diëtist kan u een uitgebreid voedingsadvies geven.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn alleen in overleg met uw arts. Weeg met uw arts de ernst van uw aandoening af tegen het risico van dit medicijn voor het kind. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker wat de risico’s zijn voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat bij gebruik van dit medicijn tot aan de bevalling het kind ontwenningsverschijnselen kan krijgen na de geboorte. Dit merkt u aan trillen, een onregelmatige ademhaling, slecht drinken en hard huilen. Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als uw aandoening niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Zo kunnen depressieve klachten ook schadelijk zijn voor de moeder en het kind. Stoppen met dit medicijn als u al zwanger bent wordt dan meestal niet aangeraden. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Heeft u een kinderwens? Overleg dan eerst met uw arts. Misschien kan uw arts u een ander medicijn voorschrijven, waarmee meer ervaring is bij zwangeren.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Dit medicijn komt in de moedermelk terecht. Het is niet bekend of dit schadelijk voor de baby is. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Wanneer?
U kunt tranylcypromine het beste innemen tijdens of vlak na het eten. U heeft dan de minste kans op misselijkheid. Kies zo veel mogelijk vaste tijdstippen, dan is de kans op vergeten minder groot.

Krijgt u last van slapeloosheid door dit medicijn? U kunt dat tegengaan door het medicijn ’s ochtends in te nemen, of als u het 2 keer per dag moet gebruiken: ’s ochtends en ’s middags voor 3 uur.

Hoe lang?
Na verbetering van uw klachten moet u het meestal 6 maanden blijven gebruiken, soms langer.

Terug naar overzicht