Rembrandt Apotheek

Rubensplein 2 3117 BK Schiedam Tel:010-4268855

Medische Encyclopedie

Inhoud

lapatinib

Lapatinib is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy').

Artsen schrijven het voor bij borstkanker.

Wat doet lapatinib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die slecht kan aflopen, als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Artsen schrijven lapatinib voor bij borstkanker die gevoelig is voor hormonen.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen.
Bij een celdeling ontstaan uit één cel 2 dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De nieuwecellen bevatten dezelfde beschadiging in het DNA als de moedercel. Daardoor gaan ook deze cellen zich veel te snel delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

Bij borstkanker kunt u een knobbeltje voelen in de borst, kan de huid indeuken of juist rood en gezwollen zijn, en kan er vocht uit de tepel komen of kan de tepel naar binnen trekken. Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

Behandeling
De behandeling hangt af van de plaats waar de kanker zit en hoe ver de ziekte is gevorderd. Operatie, chemotherapie (cytostatica), hormoonbehandeling en bestraling zijn de meest voorkomende behandelingsmethoden.

Artsen schrijven lapatinib voor bij vergevorderde of uitgezaaide borstkanker. Ze schrijven het alleen voor als de kankercellen gevoelig zijn voor oestrogeenhormoon en als andere behandelingen niet voldoende hebben geholpen.

Het wordt gecombineerd met andere medicijnen tegen kanker, zoals capecitabine en trastuzumab. Of met een medicijn dat werkt tegen oestrogeenhormoon. Bijvoorbeeld de aromatase-remmer letrozol.

Effect
Tyrosinekinase is een type enzym. Alle cellen, dus ook kankercellen, hebben het nodig voor hun groei. Lapatinib remt sommige van deze enzymen. Hierdoor kunnen de kankercellen niet verder groeien en uitzaaien. Het remt ook de aanleg van bloedvaten naar de tumor toe. Dit stopt de groei van het kankergezwel.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan. Bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid en braken.

    Soms buikpijn, winderigheid, verstopping, brandend maagzuur en minder eetlust. Hierdoor kunt u afvallen.
    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. Om maagpijn en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend middel voorschrijven.
    Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
    Bij ongeveer de helft van de mensen ontstaat ernstige diarree. U kunt hierdoor uitdrogen. Heeft u diarree en moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt.
    Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met medicijnen tegen diarree of met een vochtinfuus.
    Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken, moet u de arts waarschuwen.

  • Huidreacties, zoals huiduitslag, jeuk, acne en droge huid. 

    Huiduitslag en jeuk kan ook wijzen op overgevoeligheid (zie Zelden: Overgevoeligheid).

  • Hand-voet-syndroom, vooral als u dit medicijn samen met capecitabine gebruikt. Hierbij raken de handen en voeten rood en gezwollen met pijn, een branderig gevoel, kloven, blaren, eelt of vervellen.

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts.
    Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag geen schoenen die te krap zitten. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Doe dat bij een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn en opvliegers, vooral als u dit medicijn samen met letrozol gebruikt.

  • Bloedneuzen, vooral als u dit medicijn samen met letrozol gebruikt.

  • Hoesten, kortademigheid, vooral als u dit medicijn samen met letrozol gebruikt.

    Raadpleeg uw arts bij deze klachten.

  • Haaruitval of kaalheid, vooral als u dit medicijn samen met letrozol gebruikt.

    Na stoppen met dit medicijn gaat het haar meestal na ongeveer een maand weer groeien.

  • Vermoeidheid, slapeloosheid, vooral als u dit medicijn samen met capecitabine gebruikt.

  • Pijnlijke mond, tong of keel, droge mond en heesheid. Bij combinatie met capecitabine komt deze bijwerking vaker voor. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. 

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om regelmatig op ijsblokjes te zuigen.
    Tijdens de behandeling kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Vóór u aan de behandeling begint is het daarom verstandig om uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.

  • Pijn in de armen, benen of rug, vooral als u dit medicijn samen met capecitabine gebruikt.

  • Gewrichtspijn, vooral als u dit medicijn samen met letrozol gebruikt.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hartfalen, door een verminderde werking van de hartspier. U merkt dat aan kortademigheid, benauwdheid of het vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten).

    Raadpleeg uw arts bij deze verschijnselen.

  • Leveraandoeningen. Raadpleeg uw arts bij hevige buikpijn, een gele kleur van de huid en oogwit of jeuk over het hele lichaam.

    Uw arts zal voor en tijdens de behandeling uw lever regelmatig controleren. 

  • Nagelaandoeningen, zoals ontstekingen rond de nagels.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt.
    Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

    Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

  • Ernstige longaandoening. Raadpleeg daarom altijd uw arts bij onverklaarbare benauwdheid, hoesten, pijn op de borst of koorts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag of jeuk. 

    Raadpleeg dan een arts.
    In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan vooral op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Neem dan direct contact op met een arts of ga naar een eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef het aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lapatinib gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Bepaalde hiv-middelen. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Lapatinib kan de bijwerkingen van sommige medicijnen versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

  • Acenocoumarol en fenprocoumon, antistollingsmiddelen. Meld het aan de trombosedienst als u lapatinib gaat gebruiken, als de dosering wijzigt of als u gaat stoppen met lapatinib.
  • Digoxine, een medicijn gebruikt bij hartfalen en hartritmestoornissen. Uw arts kan de hoeveelheid digoxine in uw bloed controleren. Neem contact op met uw arts als u last heeft van misselijkheid, weinig eetlust, braken, verwardheid, duizeligheid, wazig zien en veranderingen in het zien van kleuren.

De volgende medicijnen verminderen de werking van lapatinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op lapatinib weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van lapatinib versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen tegen schimmelinfecties.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.

Bij de volgende medicijnen kunt u de wisselwerking voorkomen door voldoende tijd tussen beide innames te houden.

  • Medicijnen tegen overmatig maagzuur.
    • Maagzuurremmers: cimetidine, esomeprazol, famotidine, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol of rabeprazol. Dit medicijn heeft een zure maag nodig om goed opgenomen te worden. Overleg met uw apotheker of arts. U kunt lapatinib het best 2 uur vóór de maagzuurremmer nemen. U kunt dit medicijn ook op hetzelfde moment samen met de maagzuurremmer nemen.
    • Maagzuurbinders, zoals algeldraat of magnesiumhydroxide. Dit medicijn heeft een zure maag nodig om goed opgenomen te worden. Neem lapatinib dan minimaal 2 uur vóór of 4 uur na de maagzuurbinder. Anders wordt lapatinib niet goed opgenomen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van de mond, maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op deze slijmvliezen. Gebruik daarom liever geen alcohol zolang u last heeft van uw mond, maag en darmen.

alles eten?
Bij dit medicijn kunt u beter niet te veel grapefruit eten, of grapefruitsap drinken. Dan is de kans op bijwerkingen namelijk groter.

  • Wilt u grapefruitsap drinken? Drink niet meer dan 2 dagen per week een glas grapefruitsap. En wacht elke keer dat u grapefruitsap heeft gedronken ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruitsap drinkt.
    Dus: als u op maandag grapefruitsap drinkt, wacht dan tot donderdag met het opnieuw drinken van grapefruitsap.
  • Wilt u grapefruit eten? Eet niet meer dan 2 dagen per week 1 of 2 grapefruits. En wacht na elke keer dat u grapefruit hebt gegeten ten minste 3 dagen totdat u weer grapefruit eet.
    Dus: als u op maandag grapefruit eet, wacht dan tot donderdag met het opnieuw eten van grapefruit.

Bent u gewend om veel of vaak grapefruits te eten, of grapefruitsap te drinken? Bespreek dit dan met uw apotheker of arts. Misschien is er een ander medicijn dat u kunt gebruiken dat wel goed samengaat met grapefruit(sap). Lees hier meer informatie over grapefruit en medicijnen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de behandeling en ten minste 5 dagen na de laatste tablet mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
De tabletten innemen met een half glas water.
Moet u vaak kort na inname overgeven? Overleg met uw arts of verpleegkundige.

Wanneer?
Neem per dag alle tabletten tegelijk in op een lege maag. Dat is minstens 1 uur voor een maaltijd of vanaf 1 uur erna.
Kies altijd hetzelfde tijdstip ten opzichte van een maaltijd. Dit is nodig omdat de opname van de werkzame stof erg varieert met voedsel in de maag. Als u de omstandigheden elke dag hetzelfde houdt, zal het medicijn gelijkmatiger werken en is de dosering nauwkeuriger te bepalen.
Voorbeeld: indien u kiest voor 1 uur voor het ontbijt, moet u elke dag de dosis per dag (bijvoorbeeld 5 tabletten) 1 uur voor het ontbijt innemen.

Hoelang?
U kunt dit medicijn gebruiken zolang het goed werkt bij uw aandoening.

Terug naar overzicht